Advies en begeleiding bij muzikaal-erfgoedzorg

 

Trompetten en trompetters of trompers bepaalden eeuwenlang mee het klankbeeld van een stad.

Ze deden dit musicerend of met een signaal- of wachtersfunctie. Het Gruuthusemuseum van Brugge bewaart de oudst bekende trompet van de Lage Landen. Het instrument werd in 2008 erkend als topstuk.

De trompet is gemaakt in geelkoper en bestaat uit zes gelaste delen: drie rechte stukken, twee bochten en een bekerhuis. De lassen zijn met brede strippen afgezet. Die zijn versierd met diverse decoratieve banden: veren, schuine dubbele strepen, schubben, gekruiste schuine dubbele strepen en bollen. De beker heeft een gelobde rand en een bandversiering met een inscriptie. De las aan het bekerhuis is met een bol met drie keer drie ringen versierd. De trompet is 67,05 cm lang, de binnendiameter van de roerpijp is 10,3 mm en de buitendiameter van de beker meet 95 mm.

De herautstrompet wordt bewaard in het Gruuthusemuseum en is eigendom van de Stedelijke Musea Brugge (inv.nr. 0.43.XXVIII). De bezitsgeschiedenis van het instrument is grotendeels onbekend. Musicologen Reinhard Strohm en Pieter Andriessen beschreven reeds uitgebreid het muzikale leven in Brugge. Trompetters vervulden al vanaf de 14de eeuw een rol in Brugge; bij civiele opdrachten zoals torenwachter voor het nachtwaken in de hallentoren en bij muzikale taken zoals het meelopen bij processies. Torenwachters waren in Brugge minstens tot het midden van de 18de eeuw actief.

De inscriptie op de bekerrand geeft belangrijke informatie, maar roept ook vragen opDe inscriptie op de bekerrand geeft belangrijke informatie, maar roept ook vragen op

Belangrijk voor het topstuk is de inscriptie die in de bekerrand is aangebracht: "FAICT PAR GORGEN CHOQUET A BRUGES ANNO 1582". Het instrument is volgens de inscriptie in Brugge gemaakt. In de 15de eeuw waren er stadsspeellieden en trompetters die instrumenten bouwden. Toch wordt Gorgen Choquet verder nergens genoemd als torenwachter of menestreel. Er is in de literatuur sprake van zijn atelier en er worden enkele instrumenten vermeld, maar de connectie met Brugge en het muziekleven in de stad is voorlopig onduidelijk. De datum is voor het waarderingskader relevant: in de Lage Landen kent men voorlopig geen trompet ouder dan 1582.



Bibliografie:
Andriessen, P., Die van Muzieken gheerne horen. Muziek in Brugge 1200-1800, Brugge, 2002.
Strohm, R., Music in Late Medieval Bruges, Oxford, 1985.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Trompetten en trompetters of trompers bepaalden eeuwenlang mee het klankbeeld van een stad.

Ze deden dit musicerend of met een signaal- of wachtersfunctie. Het Gruuthusemuseum van Brugge bewaart de oudst bekende trompet van de Lage Landen. Het instrument werd in 2008 erkend als topstuk.

De trompet is gemaakt in geelkoper en bestaat uit zes gelaste delen: drie rechte stukken, twee bochten en een bekerhuis. De lassen zijn met brede strippen afgezet. Die zijn versierd met diverse decoratieve banden: veren, schuine dubbele strepen, schubben, gekruiste schuine dubbele strepen en bollen. De beker heeft een gelobde rand en een bandversiering met een inscriptie. De las aan het bekerhuis is met een bol met drie keer drie ringen versierd. De trompet is 67,05 cm lang, de binnendiameter van de roerpijp is 10,3 mm en de buitendiameter van de beker meet 95 mm.

De herautstrompet wordt bewaard in het Gruuthusemuseum en is eigendom van de Stedelijke Musea Brugge (inv.nr. 0.43.XXVIII). De bezitsgeschiedenis van het instrument is grotendeels onbekend. Musicologen Reinhard Strohm en Pieter Andriessen beschreven reeds uitgebreid het muzikale leven in Brugge. Trompetters vervulden al vanaf de 14de eeuw een rol in Brugge; bij civiele opdrachten zoals torenwachter voor het nachtwaken in de hallentoren en bij muzikale taken zoals het meelopen bij processies. Torenwachters waren in Brugge minstens tot het midden van de 18de eeuw actief.

De inscriptie op de bekerrand geeft belangrijke informatie, maar roept ook vragen opDe inscriptie op de bekerrand geeft belangrijke informatie, maar roept ook vragen op

Belangrijk voor het topstuk is de inscriptie die in de bekerrand is aangebracht: "FAICT PAR GORGEN CHOQUET A BRUGES ANNO 1582". Het instrument is volgens de inscriptie in Brugge gemaakt. In de 15de eeuw waren er stadsspeellieden en trompetters die instrumenten bouwden. Toch wordt Gorgen Choquet verder nergens genoemd als torenwachter of menestreel. Er is in de literatuur sprake van zijn atelier en er worden enkele instrumenten vermeld, maar de connectie met Brugge en het muziekleven in de stad is voorlopig onduidelijk. De datum is voor het waarderingskader relevant: in de Lage Landen kent men voorlopig geen trompet ouder dan 1582.



Bibliografie:
Andriessen, P., Die van Muzieken gheerne horen. Muziek in Brugge 1200-1800, Brugge, 2002.
Strohm, R., Music in Late Medieval Bruges, Oxford, 1985.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn