Van 22 tot 27 waren de leden van de IAML te gast in Leipzig.

Het congres vond plaats in de Hochschule für Musik und Theater ‘Felix Mendelssohn Bartholdy’. Het programma van het jaarlijkse congres bestaat zoals gewoonlijk uit plenaire sessies waarvan het gastland de allereerste voormiddag op maandagochtend invult, daarnaast zijn er de gebruikelijke statutaire bijeenkomsten en vervolgens worden de specifieke problematieken die de IAML-leden dagelijks ervaren, gebundeld in clusters. De thema’s van die clusters komen soms overeen met specifiekere vakgroepen (muziekarchieven, schoolbibliotheken, orkestbibliotheken, audiovisuele collecties ...) of met generieke thema’s die worden bepaald op basis van de ingezonden lezingen, wat soms kunstmatig overkomt. Alles bijwonen is niet mogelijk, een overzicht van de meest interessante sessies vindt u in deze bijdrage. Een aantal van de presentaties zijn al beschikbaar op https://www.iaml.info/congresses/2018-leipzig.

IAML congres in LeipzigIAML congres in Leipzig

Bachs bio

Muziekstad Leipzig heeft rijke collecties muzikaal erfgoed en hiervan kregen de deelnemers een overzicht in de keynote van Peter Wollny (Bach-Archiv Leipzig). Als tweede oudste universiteitsstad heeft Leipzig een grote aantrekkingskracht gehad op de vroege boekdrukkers en als muziekstad ook op muziekuitgeverijen. Later in de week was het mogelijk om enkele collecties te bezoeken en stonden de concertprogramma’s volledig in het teken van de muzikale schatten in Leipzig en Dresden.

Ingrid Jach (Hochschule für Musik und Theater Leipzig) schetste de geschiedenis van het conservatorium. De openingssessie werd afgesloten door Barbara Wierman (Sächsiche Landesbibliothek- Staats- und üniversitätsbibliothek Dresden) die het digitaliseringsproject van de deelstaat Saksen voorstelde. Dit project betreft alle erfgoedcollecties in zestien universiteiten en kunstopleidingen van Saksen en digitaliseert bijgevolg bronnencollecties met een grote verscheidenheid. Snuisteren kan op volgende website https://sachsen.digital.

Waar de openingssessie nog een algemeen overzicht gaf, kon in de sessie van de ‘Archive and Music Documentatione Centres Section’ gedetailleerd worden ingegaan op een aantal collecties en projecten die er lopen. Manuel Bärwald (Bach-Archiv Leipzig) lichtte het onderzoeksproject waarbij het Bach-Archiv i.s.m. andere instellingen met Bachcollecties werkt aan de online biografie van de componist. De biografie is nog niet volledig klaar, maar een kijkje nemen kan wel al: www.jsbach.de.

Daarna gaf Annett Büttner (Kurt-Masur-Archiv, Leipzig) een overzicht van de werkzaamheden van de nog jonge stichting van het Kurt Masur Instituut, in 2016 opgericht na de dood van de dirigent. De stichting heeft onderdak in het Mendelssohnhuis. De digitalisering van het archief van Kurt Masur is min of meer rond, de inventaris moet nog volgen: https://masur-institut.de.

Katrin Bicher (Sächsische Landesbibliothek – Staats- und Universitätsbibliothek Dresden) leek met Documenting contemporary music – possibilities and challenges for contemporary music archives in the digital age de meest interessante lezing te geven, maar mistte een aantal kansen met een te theoretische benadering. Het muziekdepartement van de Sächsischen Landesbibliothek - Staats- und Universitätsbibliothek Dresden is de enige instelling in Duitsland die systematisch optreedt als verzamelpunt voor de werken van hedendaagse componisten. De criteria die bij prospectie en acquisitie worden gehanteerd tracht men via het begrip cultureel erfgoed te benaderen. Dat gaf een opeenvolging van mogelijke definities van wat cultureel erfgoed is, waarbij niet iedereen in het publiek het mee eens was.

Pianola's

Onder de cluster ‘Preserving piano rollles and shellac discs’ werden twee interessant lezingen bijgewoond. De eerste van Pietro Zappala (Universitá di Pavia, Cremona) die de collectie van pianorollen en orgelboeken van de musicologieafdeling van Pavia onder zijn hoede heeft. Voor de preservering en ontsluiting van de collectie neemt men uiteraard zijn toevlucht tot digitalisering, maar tracht men op basis van bijvoorbeeld de catalogi van de fabrikanten van dergelijke rollen bijkomende informatie te verzamelen. In samenwerking met AMMI werd ook een scanner gebouwd. Bij de digitalisering wordt ook onmiddellijk een midi-file gemaakt waardoor men ook de rollen kan beluisteren waarvoor men geen pianola’s ter beschikking heeft.

De tweede lezing gaven Jerry McBride en Craig Sapp (Stanford University, Stanford, CA) over het Player piano project. Dit is een project ter ontsluiting van pianorollen ingespeeld door pianisten/componisten zelf (bijv. Gershwin) en met het project wil men de studie en het onderzoek naar alle aspecten van de mechanische piano promoten. Om de rollen te kunnen catalogiseren heeft men een nieuwe internationale beschrijvingstandaard ontwikkeld. Ook voor dit project bouwde men een scanner en werd speciale software ontwikkeld.

Open data

In de sessie ‘Music and linked open data’ gaf Lynnsey Weissenberger (Irish Traditional Music Archive, Dublin) een lezing over The linked Irish traditional Music project at the Irish Traditional Music Archive(Litmus). Het documentatiecentrum focust volledig op alle aspecten van de traditionele Ierse muziek en men wil de toegangen naar webinformatie verbeteren. Ofschoon de sessie linked open data behandelde, was het niet duidelijk in hoeverre gebruik word gemaakt van andere databanken. De linked open data lijkt vooral te slaan op het ontwikkelen van een relationele databank over de traditie. Het borgen van de traditie wordt hiermee zeer academisch benaderd: port.itma.ie en litmus.itma.ie.

Het Franse Doremus-project benadert wel de juiste betekenis van linked open data. Cécile Cecconi (Philharmonie de Paris) besprak de vorderingen van het researchproject dat al enkele jaren loopt. DOREMUS staat voor doing reusable musical data. Het project is een samenwerking tussen de Bibliothèque Nationale de France, Radio France en de Philharmonie de Paris als beheerders van muziekcollecties en leveranciers van de metadata. Daarnaast zijn er ook nog twee privéfirma’s en drie onderzoekscentra betrokken. Het project brengt de metadata van bladmuziek, geluidsdragers, concertopnamen en programma’s samen en publiceert deze als linked open datasets in één module. Om hiertoe te komen wilde men werken met een reeds bestaande standaard: FRBRoo. Toch stelde men vast dat nog niet alle metadata hiermee beschreven konden worden en heeft men werk gemaakt van ene uitbreiding van de standaard. Het project wordt in september afgesloten. De resultaten worden op de projectwebsite gepubliceerd www.doremus.org.

Data en metadata

De sessie ‘Visualization and acces to music collections’ behandelde een nog op te starten project en twee lopende onderzoeksprojecten. Jürgen May (Stellenbosch Univeristy) tracht al enkele jaren fondsen te vinden voor de verdere ontsluiting van de muziekcollectie van Genadendal. Dit is een stad in de zuidwestelijke provincie van Zuid-Afrika die in 1738 werd gemissioneerd door zendelingen van de Moravische kerk. De collectie is zeer divers en kan interessant zijn voor het bestuderen van de culturele uitwisseling en invloed van de Europese cultuur op een vrij afgesloten gebied. Met het opzetten van een databank Genadendal Music Collections Catalogue (GMCC) wil men de collectie ene betere zichtbaarheid geven. Er zijn immers ook linken naar andere erfgoedcollecties waar de Moravisch kerk ene grote rol speelt. Daarnaast is het de bedoeling dat de GMCC onderdeel zou worden van een groter ontsluitingsproject voor muziek in zuidelijk Afrika (Music in Southern Africa – MUSA).

Ilias Kyriazis (Bayerische Staatsbibliotheek, Munchen) focuste met zijn lezing Speculative models on using visualization for Music Browsing op aanbeveling vanuit zijn onderzoek waarbij hij door de combinatie van contextuele data en metadata (de eigenlijke catalogiseringsgegevens) efficiëntere zoekresultaten tracht te verkrijgen. Data ophalen uit verschillende databanken is mogelijk op een automatische manier. In zijn onderzoek probeert hij een stap verder te gaan door bijvoorbeeld ook gegevens uit auditieve bron zelf te halen.

Josef Focht (Musikinsturmentenmuseum Unniversität Leipzig) onderzoekt hoe MusiXplora, software voor muziekwetenschap, kan worden ingezet om meerdere collecties te bevragen. Zo is MIMO al een prima catalogiseringssysteem voor muziekinstrumenten, maar het biedt dan weer niet voldoende mogelijkheden op vlak van digital humanities.

Muzikaal erfgoed onderzoeken

Onder de noemers ‘Promoting acces to music collections’ en ‘Preserving the musical past: current practices and new discoveries’ werden een aantal praktijkgerichte cases voorgesteld, al dekte de titels niet geheel de landing. Sean Luyk (University of Alberta, Saskatoon) lichtte het Canadees onderzoek toe naar de impact van het lokale muziekleven op de bibliotheekcollecties. Men stelde vast dat bij het voeren van dit onderzoek toch wel twee expertises nodig zijn: kennis en beheer van muziekcollecties, maar ook expertise in erfgoed. Men kwam ook tot de conclusie dat bepaalde muziekgemeenschappen totaal niet vertegenwoordigd zijn in ‘wetenschappelijke’ collecties, ofschoon er in het lokale muziekleven toch een sterke band is met lokale geschiedenis. Een derde vaststelling: in de lokale archieven is soms meer te vinden over het lokale muziekleven dan in de bibliotheken. Resonant heeft deze conclusie al 15 jaar geleden getrokken. De resultaten van het gehele onderzoek worden in het tijdschrift van de IAML, Fontes, gepubliceerd.

Jorge Garcia (Valencia Institute of Culture) belichtte met Music a la llum: the Acces to Music Archives IAML project adapted tot he wind bands of the region of Valencia het erfgoed van de hafa-scène van de provincie Valencia. Het project betrof het erfgoed van 500 privécollecties van blazersensembles die ontstonden in de 2e helft van de 19e eeuw in de middelgrote steden of in de buitenwijken van de grootsteden. Men ging ervan uit dat er heel wat erfgoed en verenigingen verdwenen waren, maar dat blijkt niet zo te zijn. Het gaat meestal om amateurensembles met daaraan plaatselijke verbonden muziekscholen die ook een rol spelen in het sociale leven door optreden bij sportevenementen, processies ... Een werkgroep werd opgestart om de inventarisering te ondersteunen. De rol van de social media bleek eveneens van groot belang.

Ruta Almane-Palmbaba (National Library of Latvia, Riga) besprak met Digital collection for Latvian song festival – a way for memory institutions to sustain the tradition de website die ontwikkeld werd om het Letse zang- en dansfestival van midzomernacht te documenteren. Dit gebeurt op basis van een vrij rijk en uitgebreid bronnenaanbod. Interessant, maar ook eigenaardig dat gedurende de hele lezing niet werd verwezen naar de erkenning van de Unesco in 2008 van de traditie van dit jaarlijks festival in de drie Baltische staten als immaterieel erfgoed.

Muzikale websites archiveren

‘Assesing, archiving and providing acces to online resource’ behandelde twee vrij uiteenlopende onderzoeken. Joseph Hafner (McGill University, Montreal) gaf zijn relaas over het onderzoek dat de universiteit deed naar het gebruik van de elektronische muziektijdschriften. Het onderzoek was enerzijds een gebruikersbevraging voor de muziekfaculteit, maar diende ook om het aandeel en de impact van de online aangeboden tijdschriften te meten in functie van geraadpleegde publicaties en van de artikels die door de eigen faculteit elders worden geraadpleegd. Het onderzoek loopt onder de naam MINES: MEasuring the Impact of NEtworked Electronic Services. Er wordt samengewerkt met het Canadian Research Knowledge Network (CRKN) dat stelselmatig ook de artikels zal verwijderen die niet relevant zijn voor de studenten. Een belangrijk vaststelling voor het aanbieden van de tijdschriften in een ‘open’ netwerk, is dat 62% van de gebruikers op het moment van raadpleging niet op de campus bevond, tegenover 12% in de bibliotheek en 10% elders op de campus. Ca. 190 docenten en 915 studenten werden bevraagd, waarvan 134 respondenten (3%) van McGill. De gebruikers bestaan voor iets meer dan de helft uit master- en doctoraatsstudenten, 35% zijn bachelorstudenten en 9% academici. Een interessant uitkomst voor de muziekfaculteit van McGill is dat door de open acces de periodieken ook meer geraadpleegd worden dan op andere muziekfaculteiten in Canada.

Jürgen Diet (Bayerische Staatsbibliothek, Munich) rapporteerde over het project en onderzoek Once upon a time there was a website – archiving websites for the musicological community. De muziekbibliotheek van Beieren is opgestart na de Tweede Wereldoorlog met de opdracht om de collectie terug op te bouwen. In 2005 kreeg men de bijkomende opdracht om ook digitaal materiaal te verwerven. De middelen werden echter niet verder uitgebouwd. Na fusies met andere afdelingen ontstond de Fachinformationsdienst Musikwissenschaft. Met de diensten van Munchen en Dresden vormt men nu Musiconn. Het project van de websitearchivering loopt reeds enkele jaren. Uiteraard focust men op muziekwebsites. Men maakt zelf selectie van relevante sites, maar je kan ook aanbevelingen doen. De selectie van de te archiveren websites gebeurt op basis van een collectieprofiel. Er werden voor ca. 800 website aangeschreven met de vraag of er interesse was voor archivering. 1/3de is ingegaan op dit aanbod. Een demo van deze website is beschikbaar op www.vifamuzik.de. Volgend jaar wordt dit omgezet naar een nieuwe Musiconwebsite. Diet duidde tenslotte nog op het verschil van catalogisering en van archivering van de websites. De databank bevat ca. 3100 exemplaren. Ca. 200 websites worden effectief gearchiveerd omdat men uitdrukkelijke toestemming heeft verleend.

Elizabeth Davis (en Samantha Abrams) (Columbia University, New York) gaf vervolgens een stand van zaken over Collecting contemporary composers: from cooperative collection building to cooperative web archiving. Dit is een acquisitieproject dat al enkele jaren loopt om de digitale musicscores en websites van 20e- en 21e-eeuwse componisten te verzamelen. Het is een samenwerkingsverband van acht organisaties, de zogenaamde IvyPlus-bibliotheken. Het project is een mondiaal project, er zijn zeven Belgische componisten vertegenwoordigd. Meer info: https://archive-it.org/collections/4019.

Efemera

Naast de lezingen werden twee open vergaderingen bijgewoond. De eerste was die van het Outreach Committee. Dit is een van de comités onder de werking van de IAML. De bedoeling is om instellingen in achtergestelde gebieden de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan de IAML door een soort van beurs of door een soort van stage te laten lopen bij andere IAML-leden.

De Study Group on Access to Performance Ephemera hield een eerste sessie ter een kennismaking met het onderwerp. Sinds vorig jaar probeert men in beeld te brengen welke onderzoeksprojecten rond efemera lopen. Men doelt hier eerder historisch onderzoek op basis van bijvoorbeeld programmaboeken dan wat er als bronnenreeksen of archieven toegankelijk wordt gesteld. De beide sessies werden aangegrepen om een oproep te doen om informatie over lopende projecten door te geven.

R-projecten

In de schoot van IAML en in samenwerking met andere, al dan niet internationale instellingen, zijn vier onderscheiden organisaties opgericht met het oog op het repertoriëren van het muzikaal erfgoed. Deze R-projecten hebben elk een eigen juridische zetel maar hun werking wordt nog gedeeltelijk ondersteund via het IAML-netwerk. Tijdens het jaarlijkse IAML-congres kan je ook sessies hiervan bijwonen. Van de internationale repertoriumprojecten werden twee sessies gevolgd. RISM (Repertoire International des Sources Musicales) gaf een update over de algemene werking en de vernieuwing van de RISM-catalogus (Klaus Keil en Jürgen Diet). Uiteraard werd de nieuwe versie met bijhorende website voorgesteld: https://opac.rism.info. Bij deze sessie werden ook de werkzaamheden en ontwikkelingen van de werkgroep voor het catalogiseren van muziekdrukken toegelicht door Andrea Hartmann (RISM-Arbeitsgruppe Deutschland, Dresden). David Blum (Moravian Music Foundation) lichtte zijn ervaringen toe bij het uitwisselen van data van de Rsim-catalogus en die van de catalogus van de Moravian Music Foundation: Experience using bibliographic records downloaded from RISM.

Ook de sessie van RIPM (Répertoire International de la Presse Musicale) werd bijgewoond. Oorspronkelijk enkel een geannoteerde retrospectieve index van muziektijdschriften uit de periode 1800-1950, inmiddels is het werkingsgebied uitgebreid tot het digitaliseren van de tijdschriften), dit vooral in functie van het project dat men heeft lopen voor het catalogiseren van jazztijdschriften: RIPM Jazz. Door afwezigheid van de projectleider kwamen we echter niet veel te weten. De geplande lezingen waren hoofdzakelijk het verslag van musicologisch onderzoek op basis van de muziektijdschriften. Dit bewijst wel het nut van een dergelijke centrale databank, maar heeft eigenlijk niets te maken met het repertoriëren zelf.

Meer lezen? Op de website van het congres van dit jaar zijn ondertussen meerdere presentaties opgeladen en kunnen de rapporten van de comités en werkgroepen ook worden nagelezen: https://www.iaml.info/congresses/2018-leipzig.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn